NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
 Kerkelijk Jaar
Hoofddienst  Getijden Devotie Uitingsvormen 

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw




Affectenleer

De Affectenleer gaat terug tot de Griekse Oudheid en stelt dat Affecten zoals Vreugde, Droefheid of Pijn zich muzikaal laten uitdrukken en dat de muziek zulke gemoedsbewegingen bij de luisteraar kan oproepen.

De Affectenleer ist onderdeel van de Muziektheorie van de Barok die de samenhang tussen het Affect en de mogelijkheden deze muzikaal gestalte te geven verkent. Omdat men ervan uitging dat taal en muzikale taal nauw verbonden waren zijn de (Musica Poetica) en de Retorika nauw verbonden. (Voor affectenleer in de schilderkunst, klik hier)

Herkomst van het woordAffect:

  • lat. affectus, Toestand, Staat, Gevoel, Emotie, Begeerte, Aantrekkingskracht, Liefde
  • lat. afficere, affectum: behandelen, in een toestand brengen, het gemoed opwinden, stemmen

Inhoud

1 Geschiedenis
2 Affecten
3
Omwerking voor de muziek
3.1 Motief- en Melodiebouw
4 Opmerkingen
5 Zie ook
6 Literatuur
7 Weblinks

Geschiedenis

De wortels van de Affectenleer reiken tot in de griekse oudheid (ethische waardetoekenning aan muziek door Plato).

Reeds in de Renaissance en in de vroege Barok komt in Madrigalen het Affectieve in de tekst ook door muzikale middelen tot uitdrukking. Deze Stijlmiddelen werden ook in instrumentale muziek en in het bijzonder in de Oper toegepast.

In de 17e en 18e eeuw wordt de Affectenleer in de muziektheoretische geschriften van Michael Praetorius (Syntagma musicum, 1619), Marin Mersenne (Harmonie universelle, 1636), Athanasius Kircher (Musurgia universalis, 1650), Johann Mattheson (Der vollkommene Kapellmeister, 1739) uitgewerkt. Een systematizering en consolidering van de Affektenleer werd ondernomen doorFriedrich Wilhelm Marpurg (1718-1795).

De omzetting van affecten in muziek is in het bijzonder onderzocht bij Johann Sebastian Bach (Albert Schweitzer, Bach, 1908. Immanuel Tröster, Joh. Seb. Bach, 1984)

De Affectenleer werkt ook na de Barok door, tot aan heden toe. In sommige richtingen der moderne muziek, zoals bijvoorbeeld de Twaalftoonmuziek is een bewuste reactie tegen de affectenleer te zien.

De affectenleer gaat ervan uit dat affecten primaire menselijke reacties zijn. Er is een actuele vertegenwoordiger van deze benadering: Affect theory (Wikipedia) (een tak van de psychoanalyse die probeert affecten te ordenen in categorieën en ze te verbinden met een bijbehorende typische respons).
In het algemeen wordt genuanceerder en contekstgebondener naar affecten gekeken. Men gaat er veelal van uit dat affecten reacties na een zeker cognitief proces zijn (dus niet automatische reacties). Zie: Affect_(psychology) (Wikipedia)

Affecten

  1. Vreugde (joie)
  2. Haat (haine)
  3. Liefde (amour)
  4. Droefheid (tristesse)
  5. Verlangen (désir)
  6. Bewondering (admiration)

Omwerking voor de muziek

Quintilianus (~35 tot ~100 n.Chr.) beschouwt de vocale muziek op grond van de struktuele overeenstemming op hetzelfde nivaeu als de retorika. Hij zag analogieën tussen intonatie en melodie. In de Renaissance begon de belangstelling voor muzikale vormgeving die de affecten van de tekst ondersteunt.

Daarvoor zijn er twee mogelijkheden:

  • De muzikale Affectenleer
In de muzikale affectenleer worden alle de muzikale middelen die gebruikt worden voor de Affectensoorten geordend. Deze ordening doet denken aan de beschrijving van natuurlijke verschijnselen.[1]. In de Barok probeerde de Componist niet zijn eigen gevoel weer te geven maar op ambachtelijke en artistieke manier de gewenste affecten bij zijn luisteraars op te roepen. De uitvoering speelt hierbij een grote rol[2].
  • De muzikale Figurenleer
In de Figurenleer worden de compositie-technische middelen behandeld waarmee objectieve affecten opgeroepen kunnen worden. Daarbij moet een tekst niet allen goed muzikaal gedeclameerd worden (intonatie, stemhefing, stemdaling, lengte, kortheid) maar in de tekst te vinden affecten moeten ook verduidelijkt of benadrukt worden.

Motief- en melodiebouw

Motieven en Melodieën worden overeenkomstig het affectgehalte van de hele tekst of van individuele belangrijke woorden (sleutelwoorden) vormgegeven. Voorbeelden:

  • Weergave van het schrikken door onderbreking dan de melodielijn (Apokope) in het woord 'fürchtet'
  • Stijgend Tetrachord als verbeelding van Treurnis zoals bij een Lamento, waarvan het bekendste voorbeeld het Lamento d'Arianna van Monteverdi is.

Opmerkungen

  1. Volgens de mechanistische opvatting van Descartes bestaat er een natuurwetsgewijze samenhang tussen muzikale beweging en gemoedsbeweging.
  2. Zie hiervoor Johann Joachim Quantz (1697-1773), Versuch einer Anweisung die Flöte traversière zu spielen, XI. Hauptstück Vom guten Vortrage im Singen und Spielen überhaupt

Zie ook

Literatuur

  • Ulrich Michels: dtv-Atlas zur Musik, Band 2, Historischer Teil: Vom Barock bis zur Gegenwart, Deutscher Taschenbuchverlag München, 1985, ISBN 3-423-03023-2
  • Hans-Heinrich Unger: Die Beziehungen zwischen Musik und Rhetorik im 16.-18.Jahrhundert, Georg Olms Verlag Hildesheim, Zürich, New York, 2000, ISBN 3-487-05419-1
  • Burkhard Meyer-Sickendiek: Affektpoetik. Eine Kulturgeschichte literarischer Emotionen, Königshausen & Neumann, Würzburg 2005, ISBN 3-8260-3065-6

Weblinks